In de roze wolk boekjes staat vaak “op het moment dat ik mijn kind vasthad wist ik wat ik moest doen”. Ook in mijn omgeving wisten ze me te vertellen dat ik het dan gewoon zou weten. Ik geloofde er heilig in dat dit ook bij mij het geval zou zijn. Ik vertrouwde daar dan ook helemaal op. Op het moment dat ik Esmée in mijn armen had werd ik toch wat lichtelijk panisch. Ik had namelijk geen idee wat ik moest doen. Of kwam dat omdat mijn omgeving zo goed wist wat ik moest doen?

Afkeurende blikken

Mijn grootste opvoedfrustratie/vraag is toch wel wanneer doe ik het als moeder wel goed?
Iedereen vindt er namelijk wat van op welke manier ik mijn kinderen opvoed. Even een aantal voorbeelden:
• Als ik mijn kind laat huilen in de supermarkt krijg ik afkeurende blikken.
• Als ik in de supermarkt boos word op mijn kind krijg ik afkeurende blikken.
• Als mijn kind boos wordt omdat hij iets niet mag hebben, krijg ik afkeurende blikken.
• Als mijn kind enthousiast is en hierdoor meer geluid maakt dan “het gemiddelde kind” krijg ik van die nou, nou moet dat nou blikken.

Oordelen

Het is namelijk volgens mijn/de omgeving nooit goed. Als ik huisvrouw ben vindt mijn omgeving dat ik wat moet gaan doen. Als ik aan het werk ben en mijn kinderen gaan naar de opvang schijnt dit ook niet goed te zijn. Wat is er eigenlijk wel goed? Meningen en oordelen van anderen zorgen ervoor dat er bij mij opvoedfrustraties zijn. Ik doe het namelijk volgens mijn omgeving nooit goed. Iedereen vindt er altijd wel wat van en weet het beter. En dan zijn er ook nog duizenden artikelen, blogs, video’s en boeken over geschreven. En is er in het begin ook nog het consultatiebureau die het zeker beter weet dan jij als kersverse moeder.

Moederinstinct

Mijn start als moeder was met klotsende oksels. Luisterend naar de omgeving, want die zouden het wel weten. Ik heb dit nog nooit gedaan, dus ook geen idee hoe het moet. Wat heb ik in het begin veel tranen gelaten, omdat het voor mij zo lastig was om mijn eigen gevoel hierin te volgen. Om op mezelf en de liefde voor mijn kind te vertrouwen. Om lief te zijn voor mezelf op momenten dat ik het even niet wist. Om ruimte voor mezelf te pakken. Alle stemmen zoemden door mijn hoofd heen.
Ik heb dit nog steeds wel. Dat ik heel erg afga op wat mijn omgeving van en over mij vindt. Ik vind het ook heel belangrijk om te weten wat mijn moeder ervan vindt. En toch merk ik dat als ik goed in contact ben met mezelf ik beter mijn eigen gevoel kan volgen. En dan komt daar toch het moederinstinct om de hoek kijken. Het moederinstinct wat ervoor zorgt dat ik door het vuur ga voor mijn kinderen. Dat ik steeds meer mijn intuïtie durf te volgen. De omgeving heeft namelijk geen idee hoe goed ik mijn kinderen ken. Dat ik elke keuze die ik voor ze maak uit pure liefde maak vanuit de referentie die ik op dat moment heb. En misschien is die keuze wel de verkeerde. Had ik een andere moeten maken, maar ja ook ik kan van tevoren niet alles overzien.

Emoties

Toch nog even terug naar de afkeurende blikken. Dit heeft namelijk te maken met de manier waarop wij als volwassenen opgevoed zijn. De manier waarop onze ouders om zijn gegaan met onze emoties zorgen ervoor dat je vanuit een bepaalde referentiekader kijkt. Dit patroon zet je ook vaak weer door naar je eigen kinderen en zorgt voor het oordeel naar je omgeving.

Onder emoties pak ik hier voor het gemak de 4 basis emoties die Vera Helleman in haar boek omschrijft:
• Blij
• Boos
• Bedroefd
• Bang

Deze emoties zijn de pure emoties die je hebt als je geboren wordt. Kinderen kunnen deze dan ook op een hele heftige manier uitten. Hoe ga je daar als ouder mee om? Mag deze emotie er gewoon zijn?
• Mag jou kind blij zijn of is het dan overdreven?
• Mag jou kind boos zijn of moet hij dan normaal doen?
• Mag jou kind bedroefd zijn of maak je hem weer blij met een snoepje?
• Mag jou kind bang zijn? Of moet hij zich niet aanstellen?

Op het moment dat een emotie op welke manier dan ook wordt beperkt zorgt dit ervoor dat je als kind zijnde een andere strategie gaat inzetten. Deze strategie zet je je hele leven door en maakt tot wie je nu bent.

Even een voorbeeld

Ik pak het voorbeeld bedroefd zijn. Op het moment dat een kind valt en zijn knieën bezeerd is hij verdrietig/bedroefd. Wat ik veel zie als een kind verdrietig is, is dat mensen het snel willen “pamperen”. Vaak wordt er dan wat lekkers als bijvoorbeeld een snoepje aan het kind gegeven zodat het verdriet afneemt. Het kind kan dit snoepje gaan zien als pijn verzachtend. De pijn verzachten doe je als volwassene nog steeds. Als je als volwassene niet lekker in je vel zit neem je iets lekkers om de pijn te verzachten.

Dit is ook zo met boosheid. Mocht jij als kind je frustraties uitten, schreeuwen, met deuren slaan en heel hard in de supermarkt huilen? Of werd dit in de kiem gesmoord? Kinderen die boos zijn moeten dan ook vaak zich niet aanstellen. Terwijl het zo belangrijk is om de boosheid eruit te laten komen. Veel volwassenen hebben geen idee op welke manier ze boosheid kunnen en mogen uitten.

Door je eigen opvoeding ga je gekleurd naar je omgeving kijken. Hierdoor heb je vaak een oordeel/mening over een ander. Ook geef je deze patronen door aan je eigen kinderen. Door je hier bewust van te zijn kan je hierin andere keuzes maken. Het patroon doorbreken en je kinderen op een andere manier laten opgroeien. Emoties mogen er namelijk zijn ook al vindt de omgeving dit niet altijd leuk.

Naast moeder van 2 prachtige kinderen, Esmée van 8 en Seppe van 4 jaar, is Anja getrouwd met een hele leuke man. Ze is ondernemer in De Gelukkige Ouder, kinderyoga docent, huishoudster, vrouw, zus, vriendin, dochter van en nog veel meer. “Al mijn hele leven heb ik het gevoel dat ik op een zoektocht ben. Een zoektocht naar mezelf en wat er bij mij past. Waar krijg ik energie van en wat wil ik bereiken in mijn leven?”